Blog 4 : ‘De paradox van minder sturing en control’
Heb jij dat nou ook?
Je bent voortdurend bezig om de bedrijfsvoering te stroomlijnen en aan te scherpen. Je hebt de planning-en-controlcyclus sterk vereenvoudigd en gedigitaliseerd. Je bent op alle mogelijke manieren bezig de bureaucratie terug te dringen. Je werkt met de modernste systemen en technieken. De procesbeschrijvingen zijn up-to-date. Je doet aan modern risicoleiderschap. Waar mogelijk besteed je dingen uit of werk je samen met andere organisaties. Je mensen van de bedrijfsvoering krijgen de beste trainingen om goede businesspartners te worden.
En dan toch nog: ergens in jou knaagt een onrustig gevoel over de bedrijfsvoering. Als je eerlijk bent: het gaat nog steeds niet helemaal zoals je wilt. Je krijgt niet echt wat je nodig hebt. Er wordt nog steeds onvoldoende gedaan met de P&C-documenten. Het geklaag over de formats en procedures blijft. De verschillende onderdelen binnen de bedrijfsvoering zijn eilandjes. Ze denken het ieder voor zich het beste te weten. Er zijn allerlei schaduwadministraties op de werkvloer. Er wordt geworsteld met de systemen. Weinigen nemen verantwoordelijkheid voor wat dat allemaal kost. Noch voor het doorbreken van contraproductieve patronen. Ze spreken elkaar daar onvoldoende op aan. Zo worden we er niet efficiënter op.
Uit onderzoek blijkt dat we (= wijzelf als leidinggevenden én de lijnprofessionals) - ondanks alle vernieuwingen - de bedrijfsvoering meer als een last blijven ervaren dan dat we ons erdoor geholpen voelen. Het is nog steeds zo dat we veel moeten invullen, aanleveren en lezen. We moeten ons aan de regels houden. We horen meer wat er niet kan dan wat er wel kan. We vinden dat het proactief en meedenkend vermogen van de bedrijfsvoerders beter moet. En soms ook dat de verantwoording een wassen neus is (‘georganiseerde hypocrisie?’). Dat de bedrijfsvoering veel energie kost en weinig oplevert.
Ken je ‘de paradox van minder sturing en control’? Het fenomeen dat, naarmate je werkt met minder leidinggevenden en/of met een visie op sturing en control die in essentie bestaat uit ‘loslaten’ en 'vertrouwen', op de werkvloer méér stafdominantie wordt ervaren? Een stafdominantie waaraan men zich tegelijkertijd zo veel mogelijk probeert te onttrekken?
Herken je dat? Waar zit 'm dat in? Is de ontkoppeling van staf en lijn een soort natuurlijk gegeven? Of valt er iets aan te doen? Zetten onze vernieuwingen te weinig zoden aan de dijk? Blijven we te veel hangen in conceptuele abstracties over nieuwe hypes, voornemens, sturingsprincipes, normen, rollen, processen, systemen - waarvan men de toegevoegde waarde voor het dagelijks werk niet ziet? Nemen staffunctionarissen te veel over wat professionals in het kader van de zelforganisatie zelf zouden moeten oppakken (leiderschapsrollen, bedrijfsvoeringswerkzaamheden)? Wat te doen met negatieve beeldvorming over en weer? En met geklaag over wanorde?
Hoe ga jíj daar nou mee om?
Grootste - paradoxale? - uitdaging voor de meeste bedrijfsvoerders (en daarmee óók voor ons als leidinggevenden): ‘Steun de werkvloer!’ Als we daadwerkelijk meer zelforganisatie willen, dan is essentieel dat bedrijfsvoerders – en wijzelf – niet volstaan met ‘loslaten’ en 'vertrouwen', maar dat zij (en wij) die anderen juist gaan helpen met datgene waar ze mee worstelen en minder verstand van hebben. Hen niet belagen met nieuwe concepten en gedragsnormen, maar hen helpen met waar ze behoefte aan hebben.
Hoe kunnen we onze bedrijfsvoerders leren zich (nog) beter te verplaatsen in hun interne (en externe) klanten? Zodat ze die beter kunnen helpen om zo zelfstandig mogelijk te werken? En zich verder te ontwikkelen – óók op het gebied van de bedrijfsvoering? Hoe bereiken we dat onze bedrijfsvoerders de hoofdpijndossiers kennen van onze bestuurders, leidinggevenden en samenwerkingspartners? Hoe kunnen we hen leren elkaars kwaliteiten te benutten? Hoe kunnen we hen leren meer te denken in het belang van de organisatie als geheel? Hoe kunnen we hen ‘de kaders’ laten voorbereiden die daarvoor nodig zijn? Kaders? Regels dus? Jazeker, voor zover nodig. Want pas als het speelveld en de grenzen duidelijk zijn worden veiligheid en zelfontplooiing mogelijk. 'Blauw' is niet verkeerd, maar juist absoluut nodig.
In de leergang ‘Futureproof besturingsfilosofie’ wisselen we uit waar we zoal tegenaan lopen op het gebied van de bedrijfsvoering en hoe we daar het beste mee kunnen omgaan.
Onder bedrijfsvoering verstaan we daarbij de hele ‘PIJOFACH’. De P (personeel, processen), de I (informatievoorziening, inkoop), de J (juridische control), de O (organisatieadvies), de F (financiën), de A (automatisering), de C (communicatie) en de H (huisvesting), Kortom, alle ondersteunende functies. Deze staan allemaal voor dezelfde uitdaging: allereerst natuurlijk de basis op orde, maar vervolgens vooral een betere businesspartner worden.
Dit was mijn vierde en laatste bijdrage ter introductie van de leergang ‘Futureproof besturingsfilosofie’. Zie ook mijn eerdere bijdragen: ‘Stop met idealiseren!’, ‘Support zelforganisatie!’ en ‘Leid de werkvloer!’. In samenhang zijn hiermee enkele accenten te zien die in de leergang centraal staan: ‘voorbij de hypes’ en ‘de werkvloer centraal’, met een passende rol voor ons als leidinggevenden en voor onze mensen van de bedrijfsvoering.